Bakens verzetten

Door Johan Van Overtveldt op 21 oktober 2014, over deze onderwerpen: Economie, Financiën, Ondernemen, Werken

De drie pijlers van de sociaal-economsiche strategie van de nieuwe regering: stimuleren, saneren en soigneren. Het begin van een nieuw begin.

Regeerprogramma’s dienen te gaan over plannen en initiatieven om het leven van alle burgers te verbeteren. Discussies over die programma’s zouden dat logischerwijze dan ook moeten doen. Wie de voorbije week de parlementaire bespreking van het programma van de onuitgegeven Zweedse coalitie onder leiding van eerste minister Charles Michel volgde, moet onvermijdelijk geconcludeerd hebben dat het al te vaak daar helemaal niet over ging. Binnen de oppositie vonden bepaalde groepen het immers veel belangrijker om uit te pakken met scherpe persoonlijke aanvallen. Het voornaamste slachtoffer van dit nu eens lachwekkend, dan weer weerzinwekkend schouwspel was de inhoudelijke discussie over de strategie en de plannen van de nieuwe regering. Goed menende politici en de burgers bleven op hun honger.

De sociaal-economische strategie van deze regering betekent een fundamentele verandering ten aanzien van meer dan een kwarteeuw zwaar socialistisch geïnspireerd bestuur en steunt op drie pijlers: stimuleren, saneren, en soigneren. Het fundamentele uitgangspunt bestaat uit de erkenning van het feit dat gezondmaking van de publieke financiën en de handhaving van een verzorgende staat enkel kunnen mits een florerende economie. In dat opzicht moeten we ons bewust zijn van het feit dat de Belgische economie een zeer open economie is. Dit betekent dat we qua jobs en welvaart in grote mate afhankelijk zijn van onze internationale handel en dat onze ondernemingen binnen een afdoend competitief kader moeten kunnen werken. Ontbreekt dat kader of is het zwaar gehavend, dan leidt dat faillissementen, bedrijfssluitingen, afbouw van tewerkstelling, daling van de welvaart en oplopende staatsschuld.

Er kan voor een land als België geen sprake zijn van een zinvol sociaal-economisch beleid als de internationale competitiviteit van onze economie niet voldoende hersteld raakt. Het gaat bij internationale competitiviteit zeker niet uitsluitend om loonkosten maar ze zijn wel erg belangrijk in deze discussie. De federale regering wil de -sinds 1996- opgelopen loonkostenhandicap ten aanzien van de drie buurlanden (Duitsland, Frankrijk en Nederland) wegwerken. Het gaat daarbij om +/- 4% op de totale private loonkostmassa. Via de indexsprong, bijkomende lastenverlaging en volgehouden loonmatiging zal de regering deze handicap tegen begin 2016 volledig wegwerken. Deze correcties moeten volgens voorzichtige ramingen voor ongeveer 80 000 bijkomende jobs zorgen en nieuwe expansiemogelijkheden bieden aan onze ondernemers.

Parallel met het stimuleren van de economie gaat de regering ook saneren. Tegen 2018 werken we het begrotingstekort volledig weg en dat doen we zonder de belastingkraan open te draaien. Dit is een historische breuklijn: de grootste sanering ooit wordt doorgevoerd zonder toename van de belastingdruk. Volgens de jongste gegevens zal het tekort voor dit jaar dicht bij de 3% van het bbp uitkomen. De 8,5 miljard euro nodig om het structurele deficit volledig weg te werken haalt de regering volledig uit besparingen. We richten de besparingen op uitgaven die de economische heropleving niet zullen fnuiken. De werkingskosten van de overheid worden op een doordachte wijze geblokkeerd. De uitgaven voor gezondheidszorg stemmen we af op de groei van de afgelopen jaren. Voor de sanering van de publieke financiën op langere termijn voert de regering belangrijke structurele wijzigingen door in het pensioenregime en in de werking van de arbeidsmarkt.

De nieuwe regering wil naast stimuleren en saneren ook soigneren. Bijkomende jobs zijn in dit verband de eerste en belangrijkste bekommernis. Mensen die het moeilijk hebben om de eindjes aan mekaar te knopen laten we niet in de kou blijven staan. Het is één van de grootste misvattingen, of bewust verspreide onwaarheden, dat deze regering geen aandacht zou hebben voor die mensen. Er wordt ruim 1,25 miljard uitgetrokken om de sociale bescherming te verbeteren. De werkbonus –goed voor 127 miljoen euro- zal het netto loon van de laagste brutolonen verhogen. Via de fiscalisering van de welvaartenveloppe a rato van 1 miljard euro komen er bijkomende middelen ter beschikking van de minst begoeden, vooral voor de laagste pensioenen.

Er kan weinig twijfel over bestaan dat de Zweedse coalitie aan haar project begint onder weinig gunstig internationaal gesternte. De Europese economie zit heel dicht bij een nieuwe recessie. De duurzaamheid van de groei in de twee grootste economieën van de wereld, de VS en China, staat ter discussie. Op de financiële markten steekt zenuwachtigheid en onzekerheid terug de kop op. En aan geopolitieke spanningen is er vandaag zeker geen gebrek. Voor de nieuwe regering is deze tegenwind enkel maar een aansporing om met grote vastberadenheid het aangekondigde programma ten uitvoer te brengen.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is