Minister Van Overtveldt stelt prioriteiten: “Competitiviteit opkrikken, koopkracht bewaren”

Door Johan Van Overtveldt op 5 november 2014, over deze onderwerpen: Belastingen, Economie, Financiën, Pensioenen, Staatsschuld, Werk zoeken en werkloosheid, Werken
Minister Van Overtveldt stelt prioriteiten: “Competitiviteit opkrikken, koopkracht bewaren”

In een interview met de krant De Standaard motiveert minister van Financiën Johan Van Overtveldt de diepgaande structurele maatregelen die de huidige federale herstelregering wel moét nemen, wil ze de negatieve erfenis van het verleden echt keren. “Dé prioriteit moet het opkrikken van onze competitiviteit zijn”, stelt hij vastberaden. “Daarbij moeten we zoveel mogelijk koopkracht bewaren. Dat doen we ook voor de laagste inkomens.”

Van Overtveldt beseft dat sommige aangekondigde regeringsmaatregelen abrupt overkomen. Het optrekken van de algemene pensioenleeftijd is daar een voorbeeld van, al gebeurt dat pas in 2025. Maar doordat vorige regeringen steeds verzuimden die noodzakelijke maatregelen te nemen, is er vandaag geen alternatief. “Als men tien jaar geleden al was begonnen, had het een heel stuk geleidelijker kunnen gaan. Het water is ons nu tot de lippen gestegen, en daarom moeten we nu snel maatregelen nemen om het waterpeil te laten zakken.”

Evenwichtige inspanning
De kritiek van de oppositie dat de gewone man de factuur betaalt van deze grondige saneringsoperatie is onterecht, vindt Van Overtveldt. Zo wordt het verlies aan koopkracht door de herstelmaatregelen gecompenseerd voor één derde van de werkenden. Die gaan er uiteindelijk zelfs op vooruit. Voor de anderen blijft dat verlies heel beperkt. Zo blijkt uit de berekeningen van de minister, die je hier kunt raadplegen, dat een loontrekkende met een brutomaandloon van 3.000 euro op jaarbasis 123 euro inlevert. Dat is 10 euro per maand. “Absoluut niet leuk,” geeft Van Overtveldt toe, “maar hoe dramatisch is dat voor iemand met zo’n gemiddeld maandloon?”

Bovendien is de gevraagde inspanning evenwichtig verdeeld. Hoe hoger het loon, hoe groter de inspanning. De sterkste schouders dragen dus de zwaarste lasten. De impact van de maatregelen is voor de laagste loontrekkenden zelfs ronduit positief: zij zien hun koopkracht stijgen.

Substantieel meer jobs
Tegenstanders leggen enkel en heel eenzijdig de klemtoon op wat men inlevert. En op korte termijn vraagt deze regering inderdaad inspanningen. Maar ze biedt ook een duidelijk perspectief op de langere termijn. “Dankzij dit beleid helpen we 80.000 tot 100.000 mensen aan een job. Dat zijn voornamelijk mensen die uit de werkloosheid komen. Per saldo is er een massale creatie van nieuwe koopkracht." In die zin kan je het gevoerde beleid net heel sociaal noemen. “Door de maatregelen is er inderdaad een stuk herverdeling van inkomen naar jobs. Daar zit dus een stuk solidariteit in”, aldus Van Overtveldt.

De extra jobcreatie is een van de concrete resultaten die deze herstelregering wil neerzetten. “Maar diepgaande maatregelen hebben tijd nodig om door te werken in het systeem”, weet Van Overtveldt. De vooruitzichten van de Europese Commissie tonen zelfs nu al aan dat die jobcreatie geen utopie is. De Commissie ziet de volgende twee jaren een stijging van het aantal jobs met ongeveer 50.000. Voor Van Overtveldt is het daarom zaak om nu vooral op de ingeslagen weg verder te gaan. “Er is echt geen alternatief voor dit beleid”, herhaalt hij zijn conclusie.

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is