DE ECONOMISCHE PANDEMIE: Maatregelentrein: goede richting, onvoldoende pk.

Door Johan Van Overtveldt op 20 april 2020, over deze onderwerpen: Blog

De federale, de Vlaamse en de Europese overheden namen de voorbije weken belangrijke maatregelen om de ergste sociaal-economische klappen van de corona pandemie op te vangen. Bescherming van het sociaal-economische weefsel van onze economie, zeg maar onze ondernemingen met al hun menselijk, fysiek, commercieel en innovatief kapitaal, staat daarbij centraal. Zij vormen een onmisbare schakel in de ketting van onze welvaartstaat. In deze bijdrage focus ik op de voornaamste Belgische en Vlaamse maatregelen, in een volgende blog op de Europese ingrepen.  

Drie elementen zouden in de aanpak van dit complexe sociaal-economisch probleem centraal moeten staan. Eerst en vooral is er de noodzaak aan voldoende liquiditeiten (“is er nog geld om de rekeningen te betalen?”) om de ondernemingen toe te laten deze periode zonder of met beperkte inkomsten te overbruggen. Ten tweede is er de behoefte aan kapitaal (eigen vermogen) omdat liquiditeitsproblemen vaak heel snel transformeren in solvabiliteitsproblemen. Enkel mits afdoende eigen middelen kunnen ondernemingen het vertrouwen van leveranciers, klanten, werknemers en investeerders blijven behouden. En last but not least is er de noodzaak om voldoende prikkels in te bouwen opdat zo snel als de omstandigheden het toelaten ook effectief zou worden overgegaan tot de heropstart van economische activiteit. Gegeven de snelheid waarmee de economische hakbijl van de corona-maatregelen neerdaalde, dienen de maatregelen er ook snel en op een doortastende manier te komen.  

Wat het federale maatregelenpakket tot nu toe betreft, vallen vier onderdelen op die allemaal in de goede richting zitten. Ten eerste is er een pakket dat voorziet in uitstel van betaling van allerhande federale belastingen zoals onder meer BTW, vennootschapsbelasting, bedrijfsvoorheffing en sociale zekerheidsbijdragen. Dit komt uiteraard de cash-positie van ondernemingen zeer ten goede. Ten tweede kwam er snel de mogelijkheid om naar aanleiding van de corona pandemie het systeem van tijdelijke werkloosheid vlotter en goedkoper voor ondernemingen open te stellen, tegelijk met een verhoging van de uitkeringen voor de eerste drie maanden. Het zou goed geweest zijn indien men hier een meer uitgesproken aansporing tot werkhervatting, zowel voor werknemer als voor werkgever, zou ingelast hebben (wat dus niet gebeurde). Ten derde voorziet de federale overheid een aantal maatregelen om tewerkstelling en de economische activiteit te bevorderen zoals onder meer de netto uitbetaling van 120 uren overuren gepresteerd in essentiële sectoren, de transfer van werknemers uit andere sectoren naar die essentiële sectoren en de aanmoediging van tijdelijke tewerkstelling in de groente- en fruitteelt. 

De hoofdbrok van het federale maatregelenarsenaal bestaat uit de zogenaamde financiële bazooka overeengekomen met de bancaire sector van het land. Deze bazooka bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste is er het engagement van de financiële sector om levensvatbare niet-financiële ondernemingen en zelfstandigen evenals hypothecaire kredietnemers geraakt door de corona pandemie zes maanden betalingsuitstel te geven zonder aanrekening van kosten. Voor alle duidelijkheid: het gaat niet om een kwijtschelding maar om een verschuiving in de tijd. Een hypothecaire kredietnemer zal dus aan het einde van zijn overeengekomen kredietlooptijd zes maanden langer moeten afdragen. Uiteraard zorgt dit uitstel enkele maanden financiële ademruimte.

Het tweede onderdeel van de financiële bazooka is een garantieregeling voor nieuwe kredieten en kredietlijnen door de banken voor maximaal 12 maanden ter beschikking gesteld van levensvatbare ondernemingen en zelfstandigen. Zij die al in betalingsproblemen verkeerden "pre-corona" komen niet voor deze extra kredieten in aanmerking. De federale overheid schrijft voor de mogelijke verliezen welke op deze kredieten zouden kunnen geleden worden een garantie van maximaal 50 miljard euro uit. De verliezen zullen naar een verhouding 20/80 gedragen worden door banken respectievelijk overheid. 

Er is echter een first loss clausule inzake de verliezen op extra kredieten die er op neerkomt dat de banken de eerste 1,5 miljard euro verliezen volledig zelf moeten dragen zonder tussenkomst van de overheid. Van de volgende schijf van 1 miljard aan verliezen zullen banken en overheid elk de helft dragen. Pas als de verliezen boven de 2,5 miljard euro uitstijgen geldt de 20/80-verdeling tussen banken en overheid. En hier knelt het schoentje. Vermits de banken het volledige beslissingsrecht behouden over de toekenning van de extra kredieten (behalve voor kredieten boven de 50 miljoen) laat het zich raden dat zij zich, gegeven de first loss clausule, eerder conservatief zullen opstellen bij die toekenning.

De eerder conservatieve houding welke de banken zullen aannemen, valt te begrijpen. Maar is net wat we niet nodig hebben in deze penibele omstandigheden. Om ons sociaal-economisch weefsel beter af te schermen van de dramatische corona-gevolgen had de federale overheid hier meer haar nek moeten uitsteken. Buitengewone omstandigheden vereisen een aangepaste houding, op de eerste plaats van de overheden. Het gaat er daarbij niet om de banken te vrijwaren of extra te beschermen, neen helemaal niet. Trouwens, het argument dat de banken extra buffers hebben opgebouwd, wat op zich zeker klopt, is niet echt relevant in deze context. In de nasleep van de corona pandemie dreigt immers een nieuw-soortige financiële crisis waar ik het in één van de volgende blogs zal over hebben. 

Het gaat er nu wel om een maximale kredietstroom in de richting van ons bedrijfsleven te organiseren. Nagenoeg iedereen zit verlegen om liquiditeit, zo bleek heel recent nog uit een eerste onderzoek van bedrijfsdata-expert Graydon. De garantieregeling remt die stroom in de richting van levensvatbare ondernemingen af. Anders uitgedrukt: zonder die first loss clausule zou de extra kredietstroom vrijgegeven door de banken zeker omvangrijker uitvallen. Het is in deze context trouwens veelzeggend dat een soortgelijke regeling in Frankrijk voorziet in een 10/90 verdeling van verliezen tussen banken en overheid en dit zonder een first loss clausule. De financiële bazooka zal in haar huidige vorm dus helaas eerder een luchtkarabijn blijken te zijn dan wel een heuse bazooka.     

De Vlaamse regering van haar kant kwam in verschillende bewegingen met een aantal maatregelen die ook allemaal in de goede richting zitten, gegeven de drie objectieven eerder in deze bijdrage geformuleerd. Zo voorziet de Vlaamse overheid een energiecheque voor de mensen getroffen door tijdelijke werkloosheid. Tevens stelt ze ook een hinderpremie van 4000 euro ter beschikking van handelszaken die als gevolg van de corona pandemie moeten sluiten en één van 3000 euro voor zaken die hun omzet met méér dan 60% zien dalen. 

De Vlaamse regering nam nog drie andere en bijzonder zinvolle initiatieven. Ten eerste is er het optrekken van de Gigarant-waarborglijn van 1,5 miljard naar 3 miljard euro. Deze maatregel moet het mogelijk maken om van een reeks ondernemingen hun kredietwaardigheid op te vijzelen, een welgekomen ingreep gegeven de net besproken gebreken van de federale financiële bazooka. Ten tweede voorziet de Vlaamse regering een noodfonds van 200 miljoen euro om gesubsidieerde sectoren als cultuur, media en sport door de moeilijke corona dagen en weken te helpen. 

De derde ingreep betreft de creatie van de mogelijkheid om via PMV (Participatiemaatschappij Vlaanderen) achtergestelde leningen aan ondernemingen te verstrekken. Dit is een hoogst gepaste en moedige maatregel. Zo versterk je immers niet enkel de liquiditeit van ondernemingen maar ook de solvabiliteit (de lening is immers achtergesteld). Om redenen waarvoor begrip kan opgebracht worden is de regeling eerder aan de beperkte kant gebleven. Zo gaat het, bijvoorbeeld, om een totaal bedrag van 250 miljoen, een te betalen rentevergoeding van 5%, het ontbreken van een grace period voor de start van de terugbetaling, een beperking tot ondernemingen met maximaal 250 werknemers en een maximumbedrag van 3 miljoen per dossier. Het verdient zeker aanbeveling om deze maatregel heel nauwgezet op te volgen en zo nodig uit te breiden en te versoepelen. 

De omvang van de sociaal-economische gevolgen van de corona pandemie neemt elke dag verder toe. De federale en zeker de Vlaamse regering zitten met hun maatregelen op het goede spoor. Het valt echter te verwachten dat er de komende weken nog méér dan één tandje zal moeten bijgeschakeld worden om een echte aantasting van ons sociaal-economische weefsel te beperken en te voorkomen dat parels uit ons ondernemingsbestand onder druk van de corona-omstandigheden aan soldenprijzen van eigenaar veranderen. De recente Graydon-analyse bracht daaromtrent bevestiging van wat velen onder ons ook louter intuïtief al aanvoelen.  

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is