DE ECONOMISCHE PANDEMIE: De ECB zorgt voor de enige echte bazooka

Door Johan Van Overtveldt op 21 april 2020, over deze onderwerpen: Blog

De Europese aanpak van de corona pandemie vormde tot nu toe verre van een schoolvoorbeeld inzake efficiënt en pro-actief optreden en gezonde solidariteit. Vooral de nieuwe Europese Commissie van president Ursula Von der Leyen bleef in hoge mate in gebreke. Lidstaten als Frankrijk en Duitsland konden bijvoorbeeld zonder interventie vanwege de Commissie elementaire spelregels van de interne eenheidsmarkt eigenhandig opzij schuiven, wat in een aantal gevallen de efficiënte bestrijding van de pandemie danig bemoeilijkte. Ook kwam de Commissie nauwelijks met voorstellen om de schaalvoordelen waarover Europa in dergelijke omstandigheden zeker beschikt op een zinvolle manier te gaan benutten. Denk hier bijvoorbeeld aan mogelijkheden inzake gemeenschappelijke aankopen en voorraadbeheer. 

Wat de Commissie, bekrachtigd door de Europese Raad, wel deed, was de versoepeling afkondigen van spelregels voor staatshulp die van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP), meer bepaald met betrekking tot begrotingstekorten. Dat kon ook niet anders. Er is immers geen enkele zichzelf respecterende regering die in precaire omstandigheden als deze corona pandemie maatregelen die zich opdringen niet zal nemen omwille van door Europa opgelegde restricties. Grote landen als Frankrijk en Italië lappen met name de begrotingsregels bovendien haast continu aan hun laars. Een ernstige bezinning over deze regels en vooral de afdwingbaarheid ervan dringt zich nadrukkelijk op. Landen die de regels wel naleefden in het verleden, Nederland bijvoorbeeld, beschikken nu immers over afdoende reserves om op eigen houtje deze pandemie het hoofd te bieden. De systematische overtreders van de regels roepen nu wild om méér Europese solidariteit.

De Commissie nam tevens initiatieven om financiële middelen binnen de Europese begroting te heroriënteren in de richting van de strijd tegen de corona pandemie. Het gaat daarbij onder meer om relatief kleine bedragen vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Europees Maritiem en Visserij Fonds. Omvangrijker was de som van 37 miljard euro vrijgemaakt uit de structuur- of cohesiefondsen. Dit leidde tot een interessant relletje. Voorgelegd aan het Europese parlement waren de N-VA-parlementsleden – Geert Bourgeois, Assita Kanko en ondergetekende – de aller-enigen van de 700+ EP-leden die zich onthielden. In de bijgaande stemverklaring benadrukten wij dat we het absoluut eens waren met de heroriëntering van deze middelen maar dat we de toepassing van de geldende regels voor de verdeling van structuurfondsen geen goede basis vonden voor de toewijzing van deze middelen. Veel protest en gejoel vooral ter linkerzijde was ons deel. Enige dagen later besliste de Commissie dat de regels voor de toewijzing van de fondsen dienden aangepast te worden aan de corona-realiteit.  

Bleven de Europese Commissie en de Europese Raad van regeringsleiders tot nu toe in gebreke ten aanzien van de enormiteit van de crisis die ons allen treft, dan kan dat niet gezegd worden van twee andere Europese Instellingen, nl. de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Investeringsbank (EIB). De ECB besliste, na eerder al 360 miljard extra aankopen van activa te hebben aangekondigd, snel tot de installatie van een bijkomende financieringslijn ten belope van 750 miljard euro om obligaties van overheden en ondernemingen op te kopen, het zogenaamde PEPP-programma (Pandemic Emergency Purchase Program). Bovendien kondigde ECB-president Christine Lagarde aan dat, indien vereist door de omstandigheden, de activa-aankopen “zonder limiet” zouden verhoogd worden door de ECB. 

Gegeven de penibele omstandigheden waarin we met zijn allen in Europa verzeild zijn geraakt, was dit de enige correcte beslissing die de ECB kon nemen. Deze ECB-financieringslijn is trouwens dé Europese financiële  bazooka bij uitstek in deze crisis, al zal nog moeten blijken hoe de ECB het vizier gaat richten als zij, gegeven de bestaande regels voor haar beleid, te veel papier van bepaalde landen als Italië en Spanje zou moeten gaan aankopen. Hoe dan ook biedt de ECB aan lidstaten en (vooral grote) ondernemingen de mogelijkheid om zich te blijven financieren zonder dat ze evenwel kunnen wegvluchten van hun nationale verantwoordelijkheid. Voor sommige landen is dat laatste blijkbaar een probleem. Hun amechtig geroep om méér Europese solidariteit zonder voorwaarden vormt dan ook op de eerste plaats een uiting van eigen onmacht en onvermogen, vandaag, in het verleden en, zo valt te vrezen, ook naar de toekomst toe.

Tot slot dient hier te worden opgemerkt dat hoe degelijk en noodzakelijk de beslissing van de ECB ook is om nu een krachtige voet tussen de deur te zetten, niets wegneemt van de kritiek op het ECB-beleid in de pre-corona-periode. Integendeel zelfs, het toen gevoerde beleid – continu zeer lage, zelfs negatieve rentevoeten en omvangrijke aankopen van activa (het zogenaamde QE-beleid) – beperkt nu de bewegingsruimte en de effectiviteit van de genomen maatregelen. In één van de volgende blogs ga ik hier dieper op in.       

De Europese Investeringsbank van haar kant kwam met diverse uitstekende voorstellen om de financiële ruggengraat van het Europese ondernemingsweefsel te helpen ondersteunen. Vooral KMO’s en groeibedrijven kunnen deze EIB-ondersteuning erg goed gebruiken. Het gaat daarbij om een pakket van in totaal 240 miljard dat voor 200 miljard werd opgenomen in het pakket dat de eurogroep op 9 april goedkeurde na lange en moeilijke onderhandelingen. Opdat de EIB die 200 miljard effectief zou kunnen aanwenden dienen de lidstaten voor 25 miljard garanties uit te stellen. Voor België komt dit neer op een garantie van 1,3 miljard euro. Deze garanties komen in de schuld van het land, echter niet in de lopende begroting. 

De rest van het pakket van 540 miljard euro – ter vergelijking: de Amerikaanse overheid lanceerde een corona-noodplan ter waarde van méér dan 2000 miljard dollar, dus bijna viermaal zoveel – bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste is er de vrijmaking van 240 miljard middelen uit het ESM (European Stability Mechanism) bedoeld voor leningen ter financiering van uitgaven gerelateerd aan gezondheid. Elke lidstaat mag maximaal tot 2% van zijn BBP uit dit ESM benutten. Voor Italië bijvoorbeeld komt dit neer op een maximum gelijk aan een kleine 40 miljard euro. Ondanks heftige weerstand van vooral Nederland kwam er een forse afzwakking van de normale conditionaliteit die bij ESM-leningen geldt. De focus op gezondheid en corona is in dezen wel te verantwoorden. 

Het tweede onderdeel van het eurogroep-pakket is het zogenaamde SURE-instrument. SURE staat voor Support to Mitigate Unemployment Risks in an Emergency. Het betreft een tijdelijk instrument om bijstand te verlenen aan landen met plots gestegen uitgaven voor de bescherming van de tewerkstelling, dus zowat alle lidstaten … SURE zal normaal gezien over 100 miljard euro beschikken en de effectieve toekenning van middelen zal door de Europese Raad van regeringsleiders gebeuren. De financieringsmethode is een beetje speciaal. SURE zal middelen verwerven via leningen uitgeschreven door de Europese Commissie die echter voor minstens 25% moeten gedekt worden door vrijwillige garanties vanwege de lidstaten. Wat het begrip “vrijwillig” in deze context juist betekent, is absoluut niet duidelijk. 

Het eurogroep-akkoord bevatte naast de EIB-garantielijn, de ESM-mobilisatie en het SURE-programma nog een vierde element, nl. de installatie van een herstelfonds. Hieromtrent was in de aanloop naar en tijdens de meetings van de eurogroep heel wat te doen maar het is een lege schelp gebleven ondanks de mysterieuze verwijzing naar de financiering ervan via “innovatieve financiële technieken”. Vooral vanuit Italië weerklonk luidt de eis dat dit fonds substantieel en solidair moet gespijsd worden maar de noordelijke landen met opnieuw Nederland op kop blijven daar (voorlopig) potdoof voor. 

Op ECB en EIB na maakten de Europese instellingen niet echt indruk gedurende de eerste weken van de corona pandemie. Ook voor Europa geldt de conclusie dat de genomen maatregelen meestal wel de goede richting uitgaan maar dat er onvoldoende pk’s achter zitten om inzake de corona pandemie en de sociaal-economische gevolgen ervan echt wezenlijk het verschil te kunnen maken. Uitermate moeilijke besluitvorming als gevolg van zeer onderscheiden beleidsvisies en stevig verschillende uitgangspunten tussen de lidstaten wordt steeds meer hét kenmerk van de stokkende Europese machinerie. De burger staat erbij, kijkt ernaar en went steeds meer het hoofd af. De Europese eenmakingsgedachte verdoft steeds verder.   

 

 

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is