Een forse stijging van het defensiebudget (of niet), peperdure maatregelen ter versterking van de koopkracht (of niet), het grootkapitaal fors aanpakken (of niet), ernstige maatregelen om het begrotingstekort terug te schroeven (of niet). Dat is de niet-exhaustieve lijst van pijnpunten waarover Vivaldi-ministers vechtend over straat rollen. Veel - vaak tegenstrijdige - ambities, maar een lege kas en dus eindeloos gekibbel en bekvechterij. Met als onheilspellende achtergrondmuziek de dreigende default van het Waalse Gewest.

Dat erbarmelijke schouwspel ontrolt zich echter niet in een vacuüm. Op Europees niveau zien we vergelijkbare ontwikkelingen. Er heerst een grenzeloze ambitie op almaar meer domeinen, forse aankondigingen die vervolgens in een of meerdere uithoeken van het doolhofachtige Europese huis op veto’s stoten. Bovendien gaapt een gigantische kloof tussen de sommen die nodig zijn om de ambities waar te maken en de beschikbare (en zelfs potentieel beschikbare) pot geld.

Wat wil de Europese Unie allemaal realiseren als we de uitspraken van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en andere Europese toppers ernstig mogen nemen? Zware investeringen ter kering van het klimaatonheil, fors hogere uitgaven voor defensie en cybersecurity, nog meer steun aan Oekraïne, zeker in het vooruitzicht van de peperdure wederopbouw van het door de Russen kapotgeschoten land. En nog: omvangrijke investeringen om energieonafhankelijk te worden van Rusland, vrijwaring van de koopkracht van de burgers geconfronteerd met stijgende energie- en voedselprijzen en zware klimaatkosten, en meer middelen om de nakende nieuwe hongersnood in Afrika af te wenden. Ook die lijst is onvolledig.

Verwachting

Uiteraard gaat het om zaken waarover verwacht mag worden dat de politiek haar verantwoordelijkheid neemt. Evengoed behoort het echter tot die politieke verantwoordelijkheid om aan de bevolking duidelijk te maken dat de beschikbare middelen niet eindeloos zijn. Ook al hoor je sommige economen met uitgestreken gezicht het tegendeel beweren. There is no such thing as a free lunch.

Tegenover de ambities om de komende jaren honderden miljarden euro’s extra uit te geven staat een beperkte inkomensstroom. Voor het geheel van het huidige meerjarig budgettair kader, met name voor de periode 2021-2027, gaat het om afgerond zowat 1.000 miljard euro, of ongeveer 150 miljard per jaar. Twee derde van dat budget gaat nog steeds naar landbouw en de zogenaamde cohesiefondsen. In die budgetten kunnen omvangrijke besparingen gerealiseerd worden, maar zo’n operatie stuit op fors verzet van diverse lidstaten en haalt geen meerderheid in het Europees Parlement.

Met het coronafonds, officieel de Recovery and Resilience Facility (RRF), omzeilden de Commissie en de Europese Raad, met de goedkeuring van het Europees Parlement, dat strakke budgettaire carcan. De Commissie haalt de 750 miljard voorzien in het RRF op in de kapitaalmarkten en voor de terugbetaling van de subsidiecomponent, goed voor ruim 320 miljard, zullen nieuwe middelen voor de EU in het leven geroepen worden. De discussie over welke nieuwe middelen is lang nog niet beslecht en kondigt zich als bijzonder complex aan.

Afwentelen

Kandidaten voor die nieuwe middelen zijn, naast de besliste plastictaks, onder meer een CO2-taks, een aanpassing in de vennootschapsbelasting en een financiële transactietaks. De Europese verhaallijn over die nieuwe eigen middelen benadrukt dat de burger die belastingen niet zal voelen, omdat de last bij ondernemingen en banken zal worden gelegd. Dat is natuurlijk baarlijke onzin, want die ondernemingen en banken zullen de hogere lasten minstens deels afwentelen op hun klanten.

Met alle nieuwe ambities kan het nauwelijks verbazen dat het in de Europese wandelgangen gonst van geruchten over ‘nieuwe initiatieven’ en ‘creatieve ideeën’ om voor fondsen te zorgen. Het meest gehoord is de mogelijkheid om de RRF-strategie nog eens, of nog twee of drie keer, over te doen. Een apart fonds, rechtstreekse financiering vanwege de EU op de kapitaalmarkten en nieuwe eigen middelen om voor de terugbetaling te zorgen. Nieuwe schulden, bijkomende belastingen. Christian Lindner, de Duitse minister van Financiën, heeft zich al verzet tegen dat scenario, maar anderen zien het al volkomen zitten.

Verantwoordelijk bestuur vergt een andere aanpak, een waar zo efficiënt en verantwoord mogelijk omgesprongen wordt met de beschikbare middelen. Een aanpak die maatschappelijke noden onderkent en probeert te lenigen. Er is dringend een Europees debat nodig over onze prioriteiten. Anders is de kans groot dat we iets aan elk van de hoger opgesomde noden en problemen proberen te doen zonder ook maar een grondig aan te pakken. De grote burgerlijke ontevredenheid in de Europese maatschappij zal dan alleen escaleren.

Onderwerpen