Donald Trump is de democratisch gekozen president van de Verenigde Staten van Amerika, nog steeds de grootste en meest innovatieve economie én de militair machtigste natie ter wereld. Waarschijnlijk heeft geen enkele van zijn voorgangers zoveel chaos en onrust veroorzaakt in de wereld en in eigen land als deze 45e en 47e Amerikaanse president, vooral tijdens de eerste zes maanden van zijn tweede termijn in het Witte Huis.

Agressieve taal, voortdurend van standpunt veranderen en een algemeen gebrek aan bedachtzaamheid – eigenschappen die niet echt bij dit hoge ambt passen – waren te vaak kenmerkend voor de woorden en daden van de tweede Trump-regering.

Trump gedraagt zich vaak alsof niets of niemand hem kan tegenhouden. Maar minstens drie keer in zijn eerste halve jaar werd pijnlijk duidelijk dat er krachten zijn die zelfs hij serieus moet nemen. Financial Times-journalist Robert Armstrong introduceerde de term TACO (‘Trump Always Chickens Out’).

We kunnen er ook FETA van maken: ‘Forces Even Trump Acknowledges’. De Mexicaanse taco en de Griekse feta zijn heerlijke ingrediënten voor een zomerse maaltijd. Of ze ook goed zullen smaken in de Trump-keuken valt nog te bezien.

‘Je kunt iedereen intimideren’

De eerste kracht is uiteindelijk waarschijnlijk de machtigste van de drie: de obligatiemarkt. Politici en regeringen mogen nooit het legendarische advies vergeten van James Carville, de belangrijkste adviseur van president Bill Clinton. Die zei ooit dat hij liever werd herboren als de obligatiemarkt dan als president of honkbalspeler, omdat je dan ‘iedereen kunt intimideren’.

Na Trumps afkondiging van de handelsoorlog op 2 april, die hij tot ‘Bevrijdingsdag’ uitriep, reageerden de financiële markten fel. Amerikaanse staatsobligaties, aandelen en de dollar werden massaal verkocht, wat onmiddellijk leidde tot angst voor een brede financiële crisis – ook internationaal. Buitenlanders bezitten $19 biljoen aan Amerikaanse aandelen, $7 biljoen aan staatsobligaties en $5 biljoen aan bedrijfsobligaties. Zo’n gelijktijdige verkoop is zeldzaam en een duidelijk teken van wantrouwen van de markten in Trump.

Vooral de scherpe koersval op de obligatiemarkt schokte Trump en minister van Financiën Scott Bessent. De dreiging dat de Verenigde Staten in serieuze financieringsproblemen zou komen – zeker gezien de enorme financieringsbehoefte van de regering-Trump – was zelfs voor de luidste voorstanders van Trump een stap te ver. Trump kondigde een pauze van 90 dagen aan voor zijn tariefdreigingen en bood meteen ook uitzonderingen aan. Intussen gaf hij zelfs aan open te staan voor een verlenging van die termijn voor landen die ‘te goeder trouw’ onderhandelen.

Carville kreeg opnieuw gelijk. Hoewel Trump ontkende dat angst het Witte Huis had getroffen, was hij wel degelijk geïntimideerd. Dat is ook een waarschuwing voor politici elders, ook binnen de Europese Unie, die Trump wel bekritiseren maar zelf de oplopende schulden en trage economische groei onvoldoende aanpakken. Dat zal de markten vroeg of laat ook daar wakker schudden.

De stem van ‘corporate America’

De tweede kracht waar Trump naar luistert, is die van het Amerikaanse bedrijfsleven. Samen met de obligatiemarkt kwamen veel grote en minder grote namen in beweging na Bevrijdingsdag. Zoals een topbankier van Wall Street anoniem aan de Financial Times vertelde: ‘Trump was altijd al disruptief, maar we hebben hem allemaal onderschat – we worden pas net wakker.’

Naast zorgen over de handelsoorlog klonken er ook waarschuwingen over Trumps aanvallen op de onafhankelijkheid van de centrale bank (de Fed), de rechtsstaat en zijn harde aanpak van topuniversiteiten als Harvard en Princeton.

Bedrijfsleiders als Jamie Dimon (JP Morgan), Tim Cook (Apple) en Harold Hamm (olie- en gasmiljardair) waarschuwden openlijk. Anderen, zoals de bazen van autofabrikanten, Walmart en Home Depot, kozen voor stille beïnvloeding, via gesprekken met Trump zelf of via minister Bessent, gezien als een gematigde stem binnen het team-Trump.

China’s machtspositie

Op 10 juni kondigde Trump met zijn gebruikelijke bravoure aan dat de VS en China een akkoord hadden gesloten om de handelsoorlog te beëindigen. ‘De deal met China is rond,’ riep hij op zijn Truth Social-platform. Maar een blik op de inhoud toont wie de echte winnaar is: China. De VS beloofde de meeste extra tarieven te schrappen, terwijl China alleen vaag beloofde exportbeperkingen op zeldzame aardmetalen te versoepelen – beperkingen die strenger en beter georganiseerd waren dan die uit de jaren 2010.

De Amerikaanse regering had China’s machtspositie duidelijk onderschat. Sectoren als duurzame energie, hightech, defensie en auto-industrie zijn steeds afhankelijker van zeldzame mineralen als neodymium, praseodymium, dysprosium, cerium, lanthaan, yttrium, europium en terbium. China beheerst 70 procent van de mijnbouw, 87 procent van de verwerking en 91 procent van de raffinage. Deze controle geeft China een krachtige onderhandelingspositie.

Natuurlijk is China ook afhankelijk van de Amerikaanse markt, maar de Chinese economie is ongeveer $15 biljoen groot, met $550 miljard export naar de VS – minder dan 4 procent van het bbp. Belangrijk, maar beheersbaar. En in tegenstelling tot de VS is China een dictatuur: hogere prijzen en tekorten liggen daar politiek veel minder gevoelig dan in het democratische Westen – iets dat Washington over het hoofd lijkt te zien.

Leert Trump van FETA?

De Amerikaanse president zou ook iets leren uit de FETA die hem voorgeschoteld wordt: Voortaan meer nadenken voor hij beleid afkondigt? Voor- en nadelen van strategische sterktes en zwaktes correct inschatten? We kunnen maar hopen.