Hogere rentevoeten, een tragere groei en zwakkere arbeidsmarkten zullen uiteindelijk de inflatie bedwingen, maar ook gezinnen en bedrijven veel pijn doen. Dat zijn de ongelukkige gevolgen van de strijd tegen inflatie. Maar de prijsstabiliteit niet herstellen zal nog veel meer pijn veroorzaken’, zei Jay Powell, de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, de Fed, op de jaarlijkse augustushoogmis van centraal bankiers in Jackson Hole, Wyoming. Isabel Schnabel, het Duitse directielid van de Europese Centrale Bank (ECB), onderschreef in haar betoog ter plekke onverkort Powells ondubbelzinnige visie.

De boodschappen van Powell en Schnabel zijn een verademing, want tot voor kort leken vele centraal bankiers de forse oploop van de inflatie niet heel ernstig te nemen, zeker bij de ECB. Na enkele weken van totale ontkenning luidde het een tijdje dat het om een tijdelijke en dus voorbijgaande opstoot van het prijspeil ging.

De initiële aandrijving van de inflatiemotor kwam van de energieprijzen die de hoogte inschoten. Die evolutie was al enkele maanden aan de gang toen het conflict in Oekraïne extra olie op het energievuur gooide. Vervolgens staken de tweede ronde-effecten (hogere voedselprijzen en loonstijgingen) op. Intussen kunnen zelfs sceptische centraal bankiers de ernst van het inflatieprobleem niet langer ontkennen.

Eind augustus 2021 bedroeg de inflatie in België 4,7 procent op jaarbasis, eind juli 2022 zaten we volgens Eurostat al aan 10,5 procent. In de eurozone wipte de inflatie over dezelfde periode van 3 naar 9,1 procent. De helft van de lidstaten van de eurozone zit nu met een inflatie van boven 10 procent, de drie Baltische staten zelfs boven 20 procent.

De inflatie is al enige tijd veel meer dan een simplistisch verhaal van stijgende energieprijzen. Het inflatieonkruid wortelde zich diep in ons sociaal-economisch bestel. Van een regime van getemperde inflatieverwachtingen kwamen we terecht in een van opgefokte inflatieverwachtingen.

Philip Lane

Ondanks de forse en hoe langer hoe meer structurele opstoot van de inflatie bleven sommige centraal bankiers waarschuwen voor een al te forse verstrenging van het monetaire beleid. Philip Lane, de hoofdeconoom van de ECB, ontpopte zich tot het boegbeeld van die gilde. Terwijl zijn collega Schnabel zich in Jackson Hole op het pad van snelle en aanzienlijke renteverhogingen zette, wrong Lane zich in een speech in Barcelona in een reeks merkwaardige bochten om te waarschuwen voor forse rentestijgingen. Het enige dat in zijn speech ontbrak, was geloofwaardigheid.

Vandaag blijkt wie het haalt in de Schnabel-Lane-contramine. De Schnabel-visie leidt onvermijdelijk tot een renteverhoging met minstens 0,75 procentpunt én de ondubbelzinnige boodschap dat meer van dat zal volgen. Haalt de Lane-lijn het, dan zal de renteverhoging lager uitvallen en zal de boodschap over het toekomstige beleid toe een stuk vager klinken.

Meerdere signalen wijzen op succes voor de Schnabel-visie. Als dat toch niet gebeurt, zal dat ronduit dramatisch zijn voor de geloofwaardigheid van de ECB als hoedster van de prijsstabiliteit in de eurozone. Die geloofwaardigheid hangt al aan een zijden draadje door eerst het inflatieprobleem te ontkennen en vervolgens erg aarzelend en onsamenhangend op te treden. Een centrale bank zonder geloofwaardigheid is als een leger zonder wapens.

Steeds meer in- en outsiders stellen de vraag wat het echte hoofdobjectief van de ECB is. Het breed verspreide aanvoelen is dat de ECB de strijd tegen de inflatie ondergeschikt heeft gemaakt aan de tijdelijke redding van Italië en in toenemende mate Frankrijk (en België). En dat om het bestaan van de eurozone te vrijwaren. De monetaire unie blijft echter een onvoldragen constructie die in momenten van crisis het leven van de ECB-top moeilijk tot onmogelijk maakt.

Bijna exact tien jaar geleden zei de toenmalige ECB-voorzitter Mario Draghi in Londen: ‘The ECB is ready to do whatever it takes to preserve the euro’. Als die vrome intentie inhoudt dat het inflatiebeest niet te veel in de weg gelegd wordt, zullen dat loze woorden blijken.

Onderwerpen