Binnenkort treedt Christine Lagarde aan als voorzitster van de Europese Centrale Bank (ECB). De gewezen Franse minister van Financiën en topvrouw van het Internationaal Monetair Fonds ( IMF ) erft een bijzonder volatiele situatie. De afscheidnemende Mario Draghi, die morgen zijn laatste persconferentie geeft als ECB-voorzitter, duwde onlangs de beslissing door om over te gaan tot een nieuw aankoopprogramma ter ondersteuning van de groei in Europa en met oog op het omhoogduwen van de inflatie . Ook scherpte hij het beleid van negatieve rentes verder aan.

In termen van economisch gewicht stemde meer dan de helft van de euro-zone tegen de voorstellen van Draghi. Duitsland, Nederland en zelfs Frankrijk drukten op het rode knopje. Bij onze zuiderburen was het njet vooral geïnspireerd door de vrees voor de erg nadelige impact van het Draghi-beleid op de rendabiliteit van de banken. Klaas Knot, de voorzitter van de Nederlandse centrale bank, drukte het ongenoegen ongewoon direct en openlijk uit.

Diverse berichten geven aan dat Lagarde zich vooral op ‘political campaigning’ zal toeleggen om de politieke autoriteiten van de eurolidstaten erop te wijzen dat het monetaire bobijntje nu wel ongeveer af is en dat dus budgettair moet worden geschakeld. Dat zal neerkomen op twee acties. Bij landen als Nederland en vooral Duitsland zal erop aangedrongen worden de budgettaire teugels te vieren, en er zal worden gepleit voor een ‘intelligente’ aanpassing van de begrotingsregels zodat landen als Frankrijk en Italië onder het juk van het Stabiliteits- en Groeipact uit kunnen komen.

Dat de voorzitter van de ECB aan political campaigning moet gaan doen, is een erg ongezond idee, nog los van de vraag of die twee acties zinvol zijn - wat ze in mijn ogen niet zijn. De geschiedenis leert dat de beste economische resultaten geboekt worden als centraal bankiers onafhankelijk van de politiek hun job kunnen doen. Vandaag geniet de ECB statutair zo’n onafhankelijkheid. Als Lagarde aan political campaigning gaat doen, sneuvelt die. Ze kan niet verwachten dat politici haar gerust laten als zij zich actief met hun job gaat moeien.

Politieke patronage

Hier komt een oude tegenstelling binnen Europa aan de orde. Als het over het statuut van de centrale bank gaat, huldigen noordelijke landen zeer sterk de onafhankelijkheid. Duitsland - dat nog altijd gebukt gaat onder het trauma van de hyperinflatie van de jaren twintig - en Nederland lopen daarbij op kop. In Frankrijk en de meeste andere Zuid-Europese landen denken ze daar anders over. Daar vinden ze het niet meer dan normaal dat verregaande politieke patronage bestaat over de activiteiten van de centrale bank. Bij de creatie van de monetaire unie en de euro zegevierde de Duitse visie. Vooral in Parijs heeft de elite dat nooit echt aanvaard en azen ze voortdurend op een kans om bij te sturen.

Met het aantreden van Lagarde en met de moeilijke en onaangename situatie naar aanleiding van de jongste opties gelicht door Draghi is het niet ondenkbaar dat Frankrijk een mooie gelegenheid ziet om de sluimerende droom van een andere, minder orthodoxe ordening van het monetair beleid vorm te geven. Dat is zeer te mijden, niet alleen vanwege de lessen van de geschiedenis, maar ook vanwege de mogelijke politieke gevolgen.

De vraag rijst zeer nadrukkelijk in hoeverre de noordelijke lidstaten, en vooral Duitsland, het afglijden van de monetaire orthodoxie die zij hoog in het vaandel voeren, zullen laten gebeuren. De jongste tijd heeft Duitsland veel over zijn kant laten gaan in Europa. Alle recente Europese benoemingen droegen nadrukkelijk de stempel van de Franse president Emmanuel Macron. Soms krijg je de indruk dat in Europese zaken de Duitsers erbij staan en ernaar kijken. Ooit keert die lakse houding, en dan zal heel Europa het hebben geweten.

Deze argumentatie neemt niet weg dat veel bedenkingen te formuleren zijn bij de stand van het monetair beleid aan het einde van het Draghi-tijdperk. Politici mogen daar hun mening over ventileren. Ik heb dat de voorbije periode ook geregeld gedaan, maar wel altijd in het besef van en met het grootst mogelijke respect voor de onafhankelijkheid van die centrale bank. Zet die op de helling - door als ECB-voorzitter aan political campaigning te gaan doen, bijvoorbeeld - en uiteindelijk komt er veel meer op de helling te staan dan het monetaire.

Onderwerpen